Jo De Smedt 11/2018 (bij de solotentoonstelling 'Full Moon Hunting' in Galerie De Ziener, Asse)
Er zijn kunstenaars die de aandacht zoeken en er zijn kunstenaars die in de luwte werken. Stefaan Vermuyten is een kunstenaar die de belangstelling nooit zocht maar wel consequent naar een oprechtheid in zijn schilderkunst gestreefd heeft. Zijn schilderijen hebben een verwantschap met de Période Vache van René Magritte. Er zit een tegendraadsheid in, iets absurd. Het niet willen behagen is een interessante eigenschap. Stefaan zal eerder met een afgesleten borstel schilderen dan met een fijn penseel. Elk schilderij is een observatie van La Condition Humaine vaak doorspekt met absurde humor, pekzwart, de veren krijg je er gratis bij. Het dagelijkse leven biedt Vermuyten een bron aan inspiratie. De krant staat vol minimal comics, de koffie wordt nooit koud gedronken. Het atelier heeft uitzicht op het razende leven en de verf, ook al schildert hij met sneldrogende acrylverf, droogt te traag om dit allemaal te vatten. Om zijn moede ogen de nodige rust te gunnen trekt hij het bos in met zijn metaaldetector. In the woods … Nice! But what is it ? Het werk van Stefaan Vermuyten geeft ons een andere kijk op het leven en net daarom is het zo boeiend. Of zoals Stefaan het zelf zegt : ‘Wie oog heeft voor het absurde verveelt zich nooit”.
Er zijn kunstenaars die de aandacht zoeken en er zijn kunstenaars die in de luwte werken. Stefaan Vermuyten is een kunstenaar die de belangstelling nooit zocht maar wel consequent naar een oprechtheid in zijn schilderkunst gestreefd heeft. Zijn schilderijen hebben een verwantschap met de Période Vache van René Magritte. Er zit een tegendraadsheid in, iets absurd. Het niet willen behagen is een interessante eigenschap. Stefaan zal eerder met een afgesleten borstel schilderen dan met een fijn penseel. Elk schilderij is een observatie van La Condition Humaine vaak doorspekt met absurde humor, pekzwart, de veren krijg je er gratis bij. Het dagelijkse leven biedt Vermuyten een bron aan inspiratie. De krant staat vol minimal comics, de koffie wordt nooit koud gedronken. Het atelier heeft uitzicht op het razende leven en de verf, ook al schildert hij met sneldrogende acrylverf, droogt te traag om dit allemaal te vatten. Om zijn moede ogen de nodige rust te gunnen trekt hij het bos in met zijn metaaldetector. In the woods … Nice! But what is it ? Het werk van Stefaan Vermuyten geeft ons een andere kijk op het leven en net daarom is het zo boeiend. Of zoals Stefaan het zelf zegt : ‘Wie oog heeft voor het absurde verveelt zich nooit”.
Stefaan Vermuyten - Text
Anke Roder (in: KUNST VAN DE DAG / GALERIES.NL ACTUEEL - 15/5/2017)
We wonen in de rimboe.
Ruim een jaar geleden besloot ik schoorvoetend dat het eens tijd werd voor social media. Nadat ik een winter lang verzamelingen beeldmateriaal had gehamsterd op Pinterest, volgde in de lente Facebook om het actuele speelveld der kunsten beter te kunnen volgen. Recentelijk kwam daar nog Instagram bij, het is minder log, internationaler in reacties en ruimhartiger, want de zuinige FB duimpjes hebben ze achterwege gelaten.
Beeld en schrijven van Stefaan Vermuyten leerde ik pas kennen via FB.
Zijn stijl lijkt eclectisch, alsof elk idee dat zich aandient omgezet wordt in een bijpassende schilderwijze, soms duister en lithografisch, soms helder in enkele rake verfstreken. En altijd met een ontspannen schildershand die nooit dicht plamuurt en de ondergrond ademruimte geeft. Omdat de schilderijen en tekeningen vaak intieme formaten hebben ten opzichte van hand en materiaal behouden ze monumentaliteit en kracht. Je voelt dat de werken in verbinding staan met schilders uit andere eeuwen en windstreken als Goya, Daumier en Monticelli, of resoneren met Fautrier en Auerbach.
In zijn eigen land staan ze hun mannetje naast Walter Swennen, ze laveren met meer poëzie en souplesse dan Marc Maet en delen de liefde voor comic strip met Jo de Smedt.
Zijn milde humor weerlegt platitudes, fileert fijntjes de waan van de dag. Vaak geeft hij een extra zwengel aan associaties om met iets originelers op de proppen te komen.
Taal en beeld vormen een kolderieke kruisbestuiving van subtiele spot. Elastisch beweegt zijn werk zich tussen zowel klassieke doorwerkte genres op doek als de snelle inval op papier.
Juist in dat feilloze oog voor absurditeit schuilt een van de geheimen van het leven.
Ruim een jaar geleden besloot ik schoorvoetend dat het eens tijd werd voor social media. Nadat ik een winter lang verzamelingen beeldmateriaal had gehamsterd op Pinterest, volgde in de lente Facebook om het actuele speelveld der kunsten beter te kunnen volgen. Recentelijk kwam daar nog Instagram bij, het is minder log, internationaler in reacties en ruimhartiger, want de zuinige FB duimpjes hebben ze achterwege gelaten.
Beeld en schrijven van Stefaan Vermuyten leerde ik pas kennen via FB.
Zijn stijl lijkt eclectisch, alsof elk idee dat zich aandient omgezet wordt in een bijpassende schilderwijze, soms duister en lithografisch, soms helder in enkele rake verfstreken. En altijd met een ontspannen schildershand die nooit dicht plamuurt en de ondergrond ademruimte geeft. Omdat de schilderijen en tekeningen vaak intieme formaten hebben ten opzichte van hand en materiaal behouden ze monumentaliteit en kracht. Je voelt dat de werken in verbinding staan met schilders uit andere eeuwen en windstreken als Goya, Daumier en Monticelli, of resoneren met Fautrier en Auerbach.
In zijn eigen land staan ze hun mannetje naast Walter Swennen, ze laveren met meer poëzie en souplesse dan Marc Maet en delen de liefde voor comic strip met Jo de Smedt.
Zijn milde humor weerlegt platitudes, fileert fijntjes de waan van de dag. Vaak geeft hij een extra zwengel aan associaties om met iets originelers op de proppen te komen.
Taal en beeld vormen een kolderieke kruisbestuiving van subtiele spot. Elastisch beweegt zijn werk zich tussen zowel klassieke doorwerkte genres op doek als de snelle inval op papier.
Juist in dat feilloze oog voor absurditeit schuilt een van de geheimen van het leven.
Machteld Moijson. 2016
Stefaan Vermuyten, a Belgian painter has to be considered the founder of abstract humorism in art. This style could not have originated elsewhere in the world. It is a style which is a direct descendant of surrealism and has clear links with the work of Duchamp, Magritte and Broodthaers. In Vermuyten's work one sees at first sight a limited number of colours spread at random on the surface of sheets of paper shred from an old book or a piece of wood scantilly covered in a light colour. The brushstrokes are roughly painted. It is only from afar you suddenly seem to recognize a figure, based on archetypes one has in one's head to distinguish different types of characters like an old person, an athlete, a clown, or even Mickey Mouse. A few portraits bear strong reminiscences of Ensor's masks, but then without the lovely pastel colours. Ensor, as we know, is also an artist acknowledged for his sense of humour. Some of the portraits even jump out at us with an aggressive grin, akin to the wild works of Cobra artists inspired by African masks. The series of characters in this style was preceded by paintings making references to landscapes, some with shades which seem castles and ruins. However these preceding works did not include humour as such. They did show the viewer he had to pay better attention to what he was looking at because of the hidden structures. In the new series the colours and the shapes add to the fun of recognizing what was first invisible. Hence the name for the style of Vermuyten 'abstract humorism'. The word abstract for the fact it seems to represent nothing at all at first, humorism for the funny representation of figures.
Stefaan Vermuyten, een Belgische schilder, moet beschouwd worden als de grondlegger van het 'abstracte humorisme' in de kunst. Deze stijl kon nergens anders ter wereld ontstaan zijn. Het is een stijl die in rechte lijn afstamt van dadaïsme en surrealisme en duidelijke banden heeft met het werk van Duchamp, Magritte en Broodthaers. In Vermuytens werk ziet men op het eerste gezicht een beperkt aantal kleuren die achteloos lijken gespreid op het oppervlak van bladen uit een oud boek of een houten paneel, die zelf eerst nauwelijks zichtbaar in een lichte kleur werden bedekt. De borstelstreken zijn ruw aangebracht. Het is pas vanop een afstand dat je plots een figuur lijkt te herkennen, gebaseerd op archetypes die men opgeslagen heeft in het geheugen om verschillende types personages te herkennen, zoals een bejaarde, een atleet, een clown, of zelfs een Mickey Mouse. Een paar portretten herinneren sterk aan de maskers van Ensor, maar dan zonder de lieflijke pastelkleuren. Ensor, zoals we weten, is ook een kunstenaar bekend voor zijn gevoel voor humor. Sommige portretten lijken wel naar ons toe te springen met een agressieve grijns, verwant aan de wilde werken van de Cobra-kunstenaars, geïnspireerd door Afrikaanse maskers. De serie met figuren in deze stijl werd voorafgegaan door schilderijen die refereerden aan landschappen, sommige met schaduwen die kastelen en ruïnes leken te verbeelden. Deze werken bevatten niet zo duidelijk het gevoel voor humor op zich. Ze toonden de toeschouwer dat hij beter moest leren kijken omwille van de verborgen structuren. In de nieuwe reeks werken brengen de kleuren en vormen extra plezier aan bij het herkennen van wat eerst onzichtbaar was. Vandaar de naam voor de stijl van Vermuyten 'abstract humorisme'. Het woord 'abstract' staat voor het feit dat op het eerste gezicht er geen figuratie is, 'humorisme' staat voor de grappige representatie van de figuren die er toch in te ontdekken zijn.
Stefaan Vermuyten, a Belgian painter has to be considered the founder of abstract humorism in art. This style could not have originated elsewhere in the world. It is a style which is a direct descendant of surrealism and has clear links with the work of Duchamp, Magritte and Broodthaers. In Vermuyten's work one sees at first sight a limited number of colours spread at random on the surface of sheets of paper shred from an old book or a piece of wood scantilly covered in a light colour. The brushstrokes are roughly painted. It is only from afar you suddenly seem to recognize a figure, based on archetypes one has in one's head to distinguish different types of characters like an old person, an athlete, a clown, or even Mickey Mouse. A few portraits bear strong reminiscences of Ensor's masks, but then without the lovely pastel colours. Ensor, as we know, is also an artist acknowledged for his sense of humour. Some of the portraits even jump out at us with an aggressive grin, akin to the wild works of Cobra artists inspired by African masks. The series of characters in this style was preceded by paintings making references to landscapes, some with shades which seem castles and ruins. However these preceding works did not include humour as such. They did show the viewer he had to pay better attention to what he was looking at because of the hidden structures. In the new series the colours and the shapes add to the fun of recognizing what was first invisible. Hence the name for the style of Vermuyten 'abstract humorism'. The word abstract for the fact it seems to represent nothing at all at first, humorism for the funny representation of figures.
Stefaan Vermuyten, een Belgische schilder, moet beschouwd worden als de grondlegger van het 'abstracte humorisme' in de kunst. Deze stijl kon nergens anders ter wereld ontstaan zijn. Het is een stijl die in rechte lijn afstamt van dadaïsme en surrealisme en duidelijke banden heeft met het werk van Duchamp, Magritte en Broodthaers. In Vermuytens werk ziet men op het eerste gezicht een beperkt aantal kleuren die achteloos lijken gespreid op het oppervlak van bladen uit een oud boek of een houten paneel, die zelf eerst nauwelijks zichtbaar in een lichte kleur werden bedekt. De borstelstreken zijn ruw aangebracht. Het is pas vanop een afstand dat je plots een figuur lijkt te herkennen, gebaseerd op archetypes die men opgeslagen heeft in het geheugen om verschillende types personages te herkennen, zoals een bejaarde, een atleet, een clown, of zelfs een Mickey Mouse. Een paar portretten herinneren sterk aan de maskers van Ensor, maar dan zonder de lieflijke pastelkleuren. Ensor, zoals we weten, is ook een kunstenaar bekend voor zijn gevoel voor humor. Sommige portretten lijken wel naar ons toe te springen met een agressieve grijns, verwant aan de wilde werken van de Cobra-kunstenaars, geïnspireerd door Afrikaanse maskers. De serie met figuren in deze stijl werd voorafgegaan door schilderijen die refereerden aan landschappen, sommige met schaduwen die kastelen en ruïnes leken te verbeelden. Deze werken bevatten niet zo duidelijk het gevoel voor humor op zich. Ze toonden de toeschouwer dat hij beter moest leren kijken omwille van de verborgen structuren. In de nieuwe reeks werken brengen de kleuren en vormen extra plezier aan bij het herkennen van wat eerst onzichtbaar was. Vandaar de naam voor de stijl van Vermuyten 'abstract humorisme'. Het woord 'abstract' staat voor het feit dat op het eerste gezicht er geen figuratie is, 'humorisme' staat voor de grappige representatie van de figuren die er toch in te ontdekken zijn.
Summiere opmerkingen bij het werk van Stefaan Vermuyten.
Door: Luk Lambrecht, 2011
Kunstenaars zijn begaan met stijl, stijl betekent coherentie en herkenbaarheid staat voor zekerheid.
Er zijn weinig kunstenaars die het rechte pad durven te verlaten in de loop van hun carrière in de aanloop van het artistiek converteren van ideeën en alibi's die ze willen overbrengen.
Er zijn weinig kunstenaars zoals Martin Kippenberger met in zijn zog Michael Krebber, Merlin Carpenter of Richard Aldrich wiens stijl de stijlloosheid werd in functie van het vinden van een “exacte”, noodzakelijke en sprekende plastische taal waarin de inhoud van het moment zondermeer kon overvloeien. In ons land blijven Raoul De Keyser en Walter Swennen hun werk opeen permanente manier bevragen vanuit een rusteloze attitude die met het leven zelve heeft te maken:
wendbaarheid. Het flexibel en met gemak verspringen van “taal en techniek” binnenin een oeuvre is een zeldzame vaststelling die ook de artistieke productie van Stefaan Vermuyten te beurt valt.
Ooit begonnen in de nabije buurt van de inmiddels cannonieke Luc Tuymans met wie Stefaan Vermuyten “een zelfde voorkeur voor donkere humor, een zelfde fascinatie voor slechte smaak en een zelfde afschuw voor onrechtvaardigheid” deelde, wist hij al snel na een periode van beelden en objecten maken zich uitsluitend toe te spitsen op de schilderkunst.
De schilderkunst die na de zogenaamde koude golf van minimal en concept opnieuw “mogelijk” werd met explosieve bewegingen zoals met het Duitse Wilde Schilderen van het begin van de jaren tachtig – werd de schilderkunst opnieuw een geoorloofd domein waarin alles kon. Wie het ook beweerde, de schilderkunst is nooit “weggeweest” - alleen het “hoe” en het “wat” te schilderen veranderde sterk door datgene wat maatschappelijk vooraf ging in de jaren zestig en zeventig. Er werd (nadien) omzichtiger omgesprongen met het zeer individuele en pathetische in de schilderkunst waarbij de composities stilaan en deels versluierden en/of verdonkerden in een wazige achtergrond met bestaande motieven (al dan niet gejat uit de massamedia) die getuigden van weinig hoop, perspectief en uitzicht op kleur in het leven. Wellicht was ook de schilderkunst in ons land besmet door verveling in de nasleep van de weelde van de jaren tachtig. De nogal deprimerende schilderkunst die zich insloot in een “verre” beeldtaal betekende in se niet veel meer dan een opstoot van een naar expressionisme neigende picturale variant en een mercantiele terugkeer naar de orde van de betrouwbare esthetiek.
Het teruggrijpen naar een opgepoetste “oude” esthetiek getuigt van een handig conservatisme en tegelijk van een eng bezig zijn met kunst die de deuren van de verbeelding en het verlangen naar andere denkbeelden blokkeert.
Kunst wordt vandaag niet zelden verward met kunstjes maken; zelfs schilders voelen zich geroepen installaties te maken (liefst) met (wat) nieuwe media ten einde “hedendaags” te blijven.
Stefaan Vermuyten is van dat type naar klein en modieus spektakel zoekend kunstenaar het tegendeel. Hij schildert op relatief kleine paneeltjes al jaren aan een allesbehalve consistent maar radicaal weerbarstig oeuvre. Waarin zijn wereld zich als een dagboek terugplooit in teken- en schetsboeken. Stefaan Vermuyten slaat en zalft in zijn werk; verleidelijke composities staan naast naar bijvoorbeeld transparante neo-geo schilderkunst die tegelijk wordt ontkracht door de haast verdampte kleuren aan de randen van het beeldvlak in bijvoorbeeld het wondermooie werk “Framed”. Uit donkere partijen verf duiken monsters op als demonen die het leven kwellen en die weerbarstig uitgeschilderde kwelling een exemplarische kracht meegeeft met (voor wie het wil) een scala aan latent in het hoofd dansende kunsthistorische referenties zoals aan Francis Goya of Francis Bacon.
In recente tentoonstellingen weet Stefaan Vermuyten de toeschouwer met een zekere mate van ongemak op te zadelen. Te verwachten en rustbrengende schoonheid valt hier niet meteen te zoeken; de taal van zijn beelden schikt zich in de draaikolk van het ongewisse waarbij de toeschouwer vanuit het werk geen of weinig eenduidige interpretaties van het werk wordt gegund. De schilderkunst van Stefaan Vermuyten staat buiten de actuele tijd, zijn werk verhoudt zich niet met de (politieke) realiteit of zelfs niet met de gerepresenteerde wereld via de omweg van beelden uit de massamedia.
“In mijn schilderijen wil ik in de eerste plaats mezelf verrassen met het resultaat. Een eigen uitgesproken stijl vind ik veel te beperkend en saai en ... kunstmatig. De inhoud van mijn schilderijen hoeft inhoudelijk niet mooi omlijnd te zijn, ik hou van het mysterie”. Het mysterie, de zoek geraakte sleutel op het (inhoudelijk) openen van een schilderij loopt als een rode draad doorheen het oeuvre van Stefaan Vermuyten. Al zijn schilderijen ontspringen vanuit zijn verbeelding zodat zijn kunst een muur van een spiegel wordt van zijn existentie. Kunst en leven krijgen in dit werk via de vrije verbeelding een enigmatische vorm die zich als een ondoordringbare huid aan het publieke oog voordoet. De schilderijen insinueren hoogstens wat de titel prijs geeft. Het niet willen claimen van een methode of een stijl omschrijft Stefaan ermuyten heel fijntjes als “het spelen met een scheikundedoos zonder de handleiding te lezen”.
Zijn recente werk schikt zich als in een jojo-beweging tussen duistere zwaarte en luchtige lichtheid; tussen het afgemeten en het homogeen schilderen van het beeldvlak en het zoeken naar “bescheiden” motieven die de bestaande en in conventionele taal beleefde wereld ontglippen.
“ Ik wil liever iets aan de werkelijkheid toevoegen dan er commentaar op geven”.
De artistieke productie van Stefaan Vermuyten tart de perceptie; ondermijnt de verwachtingen van het etaleren en evoceren van de schone schijn en verleent het schilderij een rilling en trilling die het gemoed verplaatst naar een wringend kijken zonder te begrijpen.
“Kunst!”.
(citaten verwijzen naar een mail van 6 maart met de kunstenaar)
Door: Luk Lambrecht, 2011
Kunstenaars zijn begaan met stijl, stijl betekent coherentie en herkenbaarheid staat voor zekerheid.
Er zijn weinig kunstenaars die het rechte pad durven te verlaten in de loop van hun carrière in de aanloop van het artistiek converteren van ideeën en alibi's die ze willen overbrengen.
Er zijn weinig kunstenaars zoals Martin Kippenberger met in zijn zog Michael Krebber, Merlin Carpenter of Richard Aldrich wiens stijl de stijlloosheid werd in functie van het vinden van een “exacte”, noodzakelijke en sprekende plastische taal waarin de inhoud van het moment zondermeer kon overvloeien. In ons land blijven Raoul De Keyser en Walter Swennen hun werk opeen permanente manier bevragen vanuit een rusteloze attitude die met het leven zelve heeft te maken:
wendbaarheid. Het flexibel en met gemak verspringen van “taal en techniek” binnenin een oeuvre is een zeldzame vaststelling die ook de artistieke productie van Stefaan Vermuyten te beurt valt.
Ooit begonnen in de nabije buurt van de inmiddels cannonieke Luc Tuymans met wie Stefaan Vermuyten “een zelfde voorkeur voor donkere humor, een zelfde fascinatie voor slechte smaak en een zelfde afschuw voor onrechtvaardigheid” deelde, wist hij al snel na een periode van beelden en objecten maken zich uitsluitend toe te spitsen op de schilderkunst.
De schilderkunst die na de zogenaamde koude golf van minimal en concept opnieuw “mogelijk” werd met explosieve bewegingen zoals met het Duitse Wilde Schilderen van het begin van de jaren tachtig – werd de schilderkunst opnieuw een geoorloofd domein waarin alles kon. Wie het ook beweerde, de schilderkunst is nooit “weggeweest” - alleen het “hoe” en het “wat” te schilderen veranderde sterk door datgene wat maatschappelijk vooraf ging in de jaren zestig en zeventig. Er werd (nadien) omzichtiger omgesprongen met het zeer individuele en pathetische in de schilderkunst waarbij de composities stilaan en deels versluierden en/of verdonkerden in een wazige achtergrond met bestaande motieven (al dan niet gejat uit de massamedia) die getuigden van weinig hoop, perspectief en uitzicht op kleur in het leven. Wellicht was ook de schilderkunst in ons land besmet door verveling in de nasleep van de weelde van de jaren tachtig. De nogal deprimerende schilderkunst die zich insloot in een “verre” beeldtaal betekende in se niet veel meer dan een opstoot van een naar expressionisme neigende picturale variant en een mercantiele terugkeer naar de orde van de betrouwbare esthetiek.
Het teruggrijpen naar een opgepoetste “oude” esthetiek getuigt van een handig conservatisme en tegelijk van een eng bezig zijn met kunst die de deuren van de verbeelding en het verlangen naar andere denkbeelden blokkeert.
Kunst wordt vandaag niet zelden verward met kunstjes maken; zelfs schilders voelen zich geroepen installaties te maken (liefst) met (wat) nieuwe media ten einde “hedendaags” te blijven.
Stefaan Vermuyten is van dat type naar klein en modieus spektakel zoekend kunstenaar het tegendeel. Hij schildert op relatief kleine paneeltjes al jaren aan een allesbehalve consistent maar radicaal weerbarstig oeuvre. Waarin zijn wereld zich als een dagboek terugplooit in teken- en schetsboeken. Stefaan Vermuyten slaat en zalft in zijn werk; verleidelijke composities staan naast naar bijvoorbeeld transparante neo-geo schilderkunst die tegelijk wordt ontkracht door de haast verdampte kleuren aan de randen van het beeldvlak in bijvoorbeeld het wondermooie werk “Framed”. Uit donkere partijen verf duiken monsters op als demonen die het leven kwellen en die weerbarstig uitgeschilderde kwelling een exemplarische kracht meegeeft met (voor wie het wil) een scala aan latent in het hoofd dansende kunsthistorische referenties zoals aan Francis Goya of Francis Bacon.
In recente tentoonstellingen weet Stefaan Vermuyten de toeschouwer met een zekere mate van ongemak op te zadelen. Te verwachten en rustbrengende schoonheid valt hier niet meteen te zoeken; de taal van zijn beelden schikt zich in de draaikolk van het ongewisse waarbij de toeschouwer vanuit het werk geen of weinig eenduidige interpretaties van het werk wordt gegund. De schilderkunst van Stefaan Vermuyten staat buiten de actuele tijd, zijn werk verhoudt zich niet met de (politieke) realiteit of zelfs niet met de gerepresenteerde wereld via de omweg van beelden uit de massamedia.
“In mijn schilderijen wil ik in de eerste plaats mezelf verrassen met het resultaat. Een eigen uitgesproken stijl vind ik veel te beperkend en saai en ... kunstmatig. De inhoud van mijn schilderijen hoeft inhoudelijk niet mooi omlijnd te zijn, ik hou van het mysterie”. Het mysterie, de zoek geraakte sleutel op het (inhoudelijk) openen van een schilderij loopt als een rode draad doorheen het oeuvre van Stefaan Vermuyten. Al zijn schilderijen ontspringen vanuit zijn verbeelding zodat zijn kunst een muur van een spiegel wordt van zijn existentie. Kunst en leven krijgen in dit werk via de vrije verbeelding een enigmatische vorm die zich als een ondoordringbare huid aan het publieke oog voordoet. De schilderijen insinueren hoogstens wat de titel prijs geeft. Het niet willen claimen van een methode of een stijl omschrijft Stefaan ermuyten heel fijntjes als “het spelen met een scheikundedoos zonder de handleiding te lezen”.
Zijn recente werk schikt zich als in een jojo-beweging tussen duistere zwaarte en luchtige lichtheid; tussen het afgemeten en het homogeen schilderen van het beeldvlak en het zoeken naar “bescheiden” motieven die de bestaande en in conventionele taal beleefde wereld ontglippen.
“ Ik wil liever iets aan de werkelijkheid toevoegen dan er commentaar op geven”.
De artistieke productie van Stefaan Vermuyten tart de perceptie; ondermijnt de verwachtingen van het etaleren en evoceren van de schone schijn en verleent het schilderij een rilling en trilling die het gemoed verplaatst naar een wringend kijken zonder te begrijpen.
“Kunst!”.
(citaten verwijzen naar een mail van 6 maart met de kunstenaar)